De Grote of Martinikerk in Sneek
De Martinikerk ligt op een natuurlijke verhoging in het oude stadscentrum van Sneek. De kerk is gewijd aan Sint Martinus. Op deze plaats stond al in de 11e eeuw een tufstenen kerkje met toren.
Rond 1300 werd een nieuwe kerk gebouwd en werden aan de oude toren twee nieuwe toegevoegd. Nadat de stad zich aan het einde van de middeleeuwen sterk in zuidoostelijke richting uitbreidde, werd in 1498 begonnen met de bouw van een nieuwe basiliek in laat gotische stijl.
Als gevolg van de Reformatie ging in 1580 deze katholieke kerk over in protestantse handen. Dat wil zeggen dat zij er mochten kerken, maar het gebouw bleef van de stad. De protestanten pasten de kerk aan bij hun sobere geloofsvisie. Dit betekende dat altaren, beelden een verdere roomse aankleding definitief verwijderd werden. Alleen de kansel en de banken bleven staan.
In 1681 stortte de middelste en oudste van de 3 torens in en werden na rijp beraad de andere twee afgebroken. De kerk bleek erg bouwvallig en moest grotendeels worden afgebroken. De kerk werd ingekort en in lagere vorm herbouwd. Aan westzijde van de kerk kwam een driezijdige afsluiting in een classicistische stijl. Toen de herbouw in 1683 voltooid was, werd krachtig gewerkt aan een nieuwe inrichting van de kerk. Er kwamen prestigieuze banken voor het stadsbestuur (vroedschap en magistraat) en andere colleges. Met de bouw van een nieuw en groot orgel, waarvoor de beroemde Duitse orgelmaker Arp Schnitger werd gecontracteerd, werd herinrichting afgerond.
In 1771 werd enigermate in het verlies van de 3 torens voorzien door de bouw van een sierlijke koepel met carillon op de plaats van de oude gotische dakruiter.
Aan de noordkant van de kerk werd in 1793 nog een oud gotisch portaal vervangen door een groot portaal in classicistische stijl.
Kort daarop in 1795, tijdens de Bataafse revolutie – de tijd van vrijheid, gelijkheid en broederschap – sneuvelden de wapens op gebrandschilderde ramen, rouwborden, grafzerken en gestoelten. Ze herinnerden teveel aan het standsverschil van de voorbije tijd.
In deze opzet bleef het interieur vrijwel ongewijzigd bewaard tot 1871. Toen werd door groeiend kerkbezoek een totale herinrichting noodzakelijk geacht. Het oude kostbare meubilair werd verwijderd en er kwam een rond bankenplan. Twee galerijen aan de noord en westkant zorgden voor extra capaciteit. Onder het houten gewelf werd een vlak stuk plafond aangebracht en tussen schip en koor kwam een houten wand met matglazen vensters. Alleen preekstoel, orgel en de vroedschaps bank overleefden de ingreep.
Omstreeks 1920 bleek de kerk ernstig te verzakken. De fundamenten van de pijlers moesten dringend worden vernieuwd. Van de gelegenheid werd gebruik gemaakt om de kerk in 1925 aan te passen aan de eisen van de tijd. Er kwam onder meer elektrisch licht. Het meubilair werd in modieus donkerbruin overgeschilderd. In de jaren 70 bleek opnieuw een totale restauratie nodig te zijn. De eenheid van koor en schip werd hersteld door het houten gewelf te reconstrueren. Het meubilair van 1871 kreeg zijn oude lichte eiken imitatie terug.
In de jaren 2021 tot 2023 is de kerk opnieuw onderhanden genomen. De aanleiding hiervoor was het samengaan van de 3 Protestantse kerken in Sneek. De overige kerken werden verkocht en de waardevolle zaken daaruit werden overgebracht naar de Martinikerk.
Om de kerk aan zijn nieuwe functie als hart van de gemeente te doen beantwoorden kwam er aan de zuidoostzijde een eigentijdse entree en ontmoetingsruimte die de andere ruimte met elkaar verbindt. Bijzondere elementen uit de andere kerken werden in het concept ingevoegd zoals gebrandschilderde ramen uit de Oosterkerk en een gedenkteken uit de Zuiderkerk. Ook een aantal kroonluchters hebben een nieuwe plek gevonden. Tijdens de renovatie is besloten een deel van de oude zerken vloeren in ere te herstellen. De wapenborden boven de vroedschapsbank kwamen weer min of meer op hun oude plaats te hangen.
Gebrandschilderde ramen
Tot in het begin van de 19e eeuw was de Martinikerk geheel voorzien van gebrandschilderde ramen. Geleidelijk werden deze vervangen door vensters met blank glas.
Na de Tweede Wereldoorlog is er een gedenkraam, gemaakt door de Haagse glazenier Pieter Hofman, geplaatst in 1949.
In 2023 zijn In de omringende vensters 10 kleinere gebrandschilderde glazen aangebracht van de Amsterdamse glaskunstenaar Jan Ooms. Hij maakte ze in 1955 voor de Oosterkerk geïnspireerd door de profetieën van Jesaja.
Het koor
De plaats waar eerst de priesters de mis opdroegen werd in de periode na 1580 gebruikt als ruimte voor het Avondmaal, begrafenissen en als algemene vergaderruimte. In 2023 is het koor opnieuw ingericht met het liturgisch meubilair uit de Oosterkerk. De zerken vloer kwam weer in zicht.
De lambrisering is in 1925 gemaakt van sloophout uit restanten van de vroeg 18e eeuws gewelf.
Sacristie
De sacristie is omstreeks 1520 aan de kerk toegevoegd. Deze ruimte, die sinds 1580 in gebruik is als kerkenraadskamer, is toegankelijk via een kunstig gemaakte vroeg 16e eeuwse deur van een zeer bijzondere constructie. Aan de ene zijde bestaat ze uit ingenieus in elkaar grijpende klampen en aan de andere kant uit briefpanelen. De kerkenraadskamer is in 1759 in rococostijl ingericht. Het snijwerk aan het plafond is van George Hempel. De sacristie is in 1924 gerestaureerd.