Kerken in stad en dorpen werken 50 jaar samen
De landelijke kerk noemt de samenwerking tussen de protestantse gemeenten Sneek en die van de dorpen Ysbrechtum, Tjalhuizum en Tirns ‘een heel mooi voorbeeld’. Want als je elkaar al 50 jaar weet te vinden op basis van een paar afspraken op papier, mag dat toch wel beproefd heten. Wat voor geheim schuilt achter zoveel duurzaamheid?
De doorlopende samenwerking is kennelijk zo vanzelfsprekend dat het jubileum van een halve eeuw bijna was vergeten! Terwijl het bijbels gezien een prachtig moment is. Wanneer (na zeven keer zeven) negenenveertig jaren verstreken zijn, is het tijd voor een jubeljaar waarin kwijtschelding wordt afgekondigd voor alle inwoners van het land. Leviticus 25, voor de liefhebbers.
De mijlpaal verdient het om bij stil te staan en gevierd te worden, vinden beide gemeenten en hun besturen. Ook met het oog op de toekomst. Welk papieren overeenkomst houdt het zo lang vol?
Hoe het begon
Het ‘convenant’ dat nu wordt herdacht en gevierd dateert van 27 april 1971 en is al een paar keer aangepast aan de tijd. Feitelijk gaat het om afspraken over predikantsinzet en de financiering daarvan, het gezamenlijke preek(beurten)rooster en kerkblad en over de afstemming rond zaken die beide gemeenten raken.
Een voorbeeld: hoewel ‘Sneek’ nieuwe predikanten beroept wordt de protestantse gemeente van Ysbrechtum, Tjalhuizum en Tirns nauw betrokken bij het beroepingswerk. De laatste keer, nog maar kortgeleden, was zelfs sprake van een compleet gezamenlijke en geslaagde zoektocht naar nieuwe predikanten.
Al vijftig jaar
De kracht van zakelijke afspraken op papier en zo’n samenwerking die al vijftig jaar standhoudt? Behoud van ieders zelfstandigheid, zeggen ze in Ysbrechtum. Maar ook het predikantenteam dat voor beide beschikbaar is en voor heel veel afwisseling zorgt. Qua ‘kerkkleur’, ook wel geloofsrichting genoemd, ontlopen Sneek en de dorpen elkaar niet veel. Ze kijken beide met een open mind naar de bijbel en de wereld. Diaconaat, zeg maar ‘voor anderen klaarstaan’, is zeker in de dorpen volkomen vanzelfsprekend.
In de stad mag ‘de’ kerk andere prioriteiten hebben dan in het dorpsleven, de vragen en uitdagingen zijn grotendeels dezelfde. Want zelfs bij het pionieren waar de stad sterk op inzet rond de kerk midden in Sneek, draait het om verbinden. In de erediensten en in de dienst aan de samenleving. Het liefst met een nieuwe instroom van jongere generaties. Al wordt de kerk van tegenwoordig ook steeds opnieuw gedragen door nieuwe ouderen.
= = =
Het 50-jarig bestaan van de kerkelijke samenwerking wordt gevierd op zondag 9 oktober met diensten in Sneek (Oosterkerk) en de dorpskerk in Ysbrechtum waarin de gemeenten live met elkaar verbonden zijn. Zo zingen zij elkaar toe met twee speciaal voor deze dag geschreven liederen: voor de stad en voor de dorpen. Aanvang van beide diensten: 9.30 uur.
= = =
‘Dat we de Ander mogen zien!’
Tryntsje Wester is voorzitter van de kerkenraad van de protestantse gemeente in Ysbrechtum, Tjalhuizum en Tirns.
Elly Eelkema is voorzitter van de kerkenraad van de protestantse gemeente in Sneek. We stelden aan beide voorzitters dezelfde vragen.
Wat weet je zelf van het bestaan van een convenant?
Tryntsje Wester: ‘Sinds ik voorzitter ben, heb ik mij erin verdiept. Voor nieuwe bestuurders is het niet één, twee, drie te begrijpen. Ik moest het goed lezen want het is juridische taal en zijn er aanhangsels bij gemaakt om het te verbeteren. Een kerkrentmeester heeft mij het nodige uitgelegd. Het is belangrijk dat nieuwe bestuurders ingewerkt worden. Niet alleen hier maar ook in Sneek. We zijn weleens tegen problemen aangelopen doordat nieuwe bestuurders niet goed op de hoogte waren van het convenant.’
Elly Eelkema: ‘Toen ik in 2014 in de kerkenraad van de protestantse gemeente Sneek zitting nam, leerde ik wat de inhoud van het convenant was. Daarvoor wist ik wel van de samenwerking maar wat die precies inhield? Ik had ook geen idee dat dit convenant al 50 jaar bestond.’
Hoe kijk je ernaar? Heeft het zijn nut bewezen?
Tryntsje Wester: ‘Jazeker! De gemeente YTT heeft zekerheid over het invullen van preekbeurten door de ‘eigen predikant’, op dit moment zelfs een duo. Andere predikanten van PKN Sneek vullen dat aan en voor de rest benaderen wij zelf gastvoorgangers. Dat zorgt voor een mooie mix en variatie. Dat de samenwerking al 50 jaar bestaat, zegt dat het van beide kanten goed voldoet. Bovendien: beide kerkelijke gemeenten liggen pal tegen elkaar aan. Dit weten de leden van PKN Sneek ook. Willen zij een ‘Sneker’ dominee horen die bij ons voorgaat, dan is het maar een klein eindje om even naar Ysbrechtum te gaan. Zo is er een soort ‘overloop’ ontstaan. Niets mis mee!’
Elly Eelkema: ‘Ik heb gemerkt dat het convenant voor onze beide gemeenten heel nuttig is. En ook dat het draagvlak bij beide kerkelijke gemeenten groot is. Het leidt steeds opnieuw tot positieve samenwerking. Dit heb ik ook zeker ervaren toen afgelopen jaar nieuwe predikanten zijn aangetrokken. Zo’n convenant is meer dan alleen nuttig: het gaat ook om elkaar te versterken en aan te vullen.’
Wat zou je naar de toekomst toe willen zeggen? Over de betekenis van zulke samenwerking voor nieuwe generaties?
Tryntsje Wester: ‘Verdiep je erin. Deze samenwerking heeft tot dusver voor beide gemeenten, in onze dorpen en in Sneek, positief uitgepakt.’
Elly Eelkema: ‘Voor kerkelijke gemeenten zal het steeds belangrijker worden om samen te werken. Niet alleen vanuit het oogpunt van efficiency maar ook om de uitdagingen van een krimpende geloofsgemeenschap op te vangen, elkaar te bemoedigen en als gezamenlijke kerken de liefde van God door te geven in onze eigen omgeving.’
Wat wens je de stad en de dorpen en de gemeenten met hun herders en leraars toe?
Tryntsje Wester: ‘Bestuurders die het convenant waarderen en er nog jaren mee kunnen werken. Zodat het voor de predikanten in zowel stad als dorp plezierig werken is. Tot opbouw van de gemeenten.’
Elly Eelkema: ‘Dat de inwoners van Sneek, IJsbrechtum, Tirns en Tjalhuizum ervaren dat ze onderdeel zijn van een wereldwijde groep mensen, zoekend naar licht en liefde. Dat we in de ander, dichtbij en veraf, iets van God, de Ander met een hoofdletter mogen zien. En onze herders en leraars wens ik toe dat zij zich gesteund en gedragen weten door de mensen om hun heen. Dat zij steeds opnieuw inspiratie en moed krijgen in het begeleiden van anderen en daarbij Gods nabijheid mogen ervaren.’
Classispredikant Wim Beekman:
‘Zelfstandig waar het kan, samen waar het moet’
Dominee Wim Beekman was jarenlang dorpspredikant. De laatste jaren is hij classispredikant van de PKN-classis Fryslân. In die hoedanigheid komt hij bij alle 230 Friese gemeenten langs om met hen te bespreken wat er goed en minder goed gaat. En te laten weten dat een kerk die toekomst heeft, niet in haar eentje kerk wil zijn.
Had u weet van de decennialange samenwerking tussen Sneek en enkele dorpen?
‘In 1986 ben ik dominee geworden in Koudum. Wekelijks hadden wij in Sneek overleg over het Bijbelgedeelte dat voor de komende zondag op het rooster stond. De dominees van Sneek en IJsbrechtum waren daar ook aanwezig, en al snel bleek mij dat er een goede en vruchtbare samenwerking was tussen Sneek en IJsbrechtum. Dat de Sneker dominee, die mede dominee was in IJsbrechtum, daar meer dan graag zijn werkzaamheden verrichtte, en dat de samenwerking tot ieders tevredenheid was. Er was én samenwerking, én men was gehecht aan de kerk in eigen dorp en stad. In de formule waar hier voor werd gekozen, kwamen beide loyaliteiten goed tot hun recht.’
Wat zegt het dat het al 50 jaar bestaat?
‘Dat men een houdbare formule heeft gekozen die goed voldeed, en nog goed voldoet.’
Hoe past dit in de brede praktijkervaring die u zelf hebt opgedaan?
‘In de jaren dat ik dominee was in Molkwerum en Warns heb ik dertien jaar tot grote tevredenheid gewerkt in de combinatie van de twee zelfstandige gemeenten. Enerzijds versterken en ondersteunen zij elkaar in de samenwerking, en anderzijds kunnen zij als zelfstandige gemeente de band met het eigen dorp goed onderhouden. Een succesformule waar ik met vreugde in heb gewerkt, en die voortduurt tot heden. Inmiddels maakt Koudum ook deel uit van deze combinatie.’
Zit er voor u ook een principiële kant aan, meer dan dat je tegenwoordig onder omstandigheden ‘de tering naar de nering zet’?
‘Er zit voor mij het principe achter dat je elkaars zuster- en broedergemeente bent, en elkaar helpt en ondersteunt waar dit nodig is. Daarnaast huldig ik ook het principe dat je als gemeente zolang als mogelijk de Godslamp in de eigen gemeente en het eigen dorp brandend moet houden. Mijn principe is ‘zelfstandig waar het kan, samen waar het moet’.’
Wat is de betekenis van zulke samenwerking voor nieuwe generaties?
‘Die is niet anders. Juist de nieuwe generaties hechten aan het eigen sociale milieu. Ze zijn ook flexibel, niet eenkennig en weten elkaar te vinden.’
Wat wenst u de Friese steden en dorpen en gemeenten met hun herders en leraars toe?
‘Waar mogelijk een goede en hechte samenwerking met zuster- en broedergemeenten, waarin het ook lukt om de eigen gemeente in het eigen dorp en de eigen stad levend te houden. Mocht samenwerken niet meer voldoende zijn, en samengaan (fusie) onverhoopt noodzakelijk, dan hoop ik dat de afzonderlijke gemeenten het geloof, de hoop en de liefde hebben een nieuwe weg van samengaan in te slaan, dat dit in goede harmonie zal plaatsvinden en dat partners elkaar zullen versterken in een nieuw geheel. Bovenal wens ik hen allen Gods zegen toe.’