Glaspanelen Martini

Datum: 25 april 2023

Deel deze pagina

De 10 gebrandschilderde ramen uit de Oosterkerk zijn ontworpen en vervaardigd door glazenier Jan Ooms.
Bij de bouw van de Oosterkerk in 1956 kreeg deze glazenier uit Amsterdam de opdracht om de heilsgeschiedenis uit te beelden, voornamelijk aan de hand van de profetieën van Jesaja.

Nu hangen de glaspanelen in de Martinikerk te Sneek.

‘De Aankondiging’
Lucas 1: 26-33

In de zesde maand zond God de engel Gabriël naar de stad Nazaret in Galilea, naar een meisje dat was uitgehuwelijkt aan een man die Jozef heette, een afstammeling van David. Het meisje heette Maria.

Gabriël ging haar huis binnen en zei: ‘Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je.’ Ze schrok hevig bij het horen van zijn woorden en vroeg zich af wat die begroeting te betekenen had. Maar de engel zei tegen haar: ‘Wees niet bang , Maria, God heeft je zijn gunst geschonken. Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet hem Jezus noemen.’

Doop in de Jordaan 
Mattheüs 3:13 – 17

Toen kwam Jezus vanuit Galilea naar de Jordaan om door Johannes gedoopt te worden.

Maar Johannes probeerde hem tegen te houden met de woorden: ‘Ik zou door U gedoopt moeten worden, en dan komt U naar mij?
Jezus antwoordde: ‘Laat het nu maar gebeuren, want het is goed dat we op deze manier Gods gerechtigheid vervullen.’Toen stemde Johannes er mee in.

Zodra Jezus gedoopt was en uit het water omhoog kwam, opende de hemel zich voor hem en zag hij hoe de Geest van God als een duif op hem neerdaalde. En uit de hemel klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde.’

‘De barmhartige Samaritaan’
Lucas 10: 30 – 34

Er was eens iemand die van Jeruzalem naar Jericho reisde en onderweg werd overvallen door rovers, die hem zijn kleren uittrokken, hem mishandelden en hem daarna halfdood achterlieten.

Toevallig kwam er een priester langs, maar toen hij het slachtoffer zag liggen, liep hij met een boog om hem heen.
Er kwam ook een Leviet langs, maar bij het zien van het slachtoffer liep ook hij met een boog om hem heen.
Een Samaritaan echter, die op reis was, kreeg medelijden toen hij hem zag liggen. Hij ging naar de gewonde man toe, goot olie en wijn over zijn wonden en verbond ze.
Hij zette hem op zijn eigen rijdier en bracht hem naar een logement, waar hij voor hem zorgde.

‘Gethsémané’
Marcus 14: 32 – 37

Ze kwamen bij een olijfberg die Getsemane heette, en hij zei tegen zijn leerlingen: ‘Blijven jullie hier zitten, terwijl ik ga bidden.’

Hij nam Petrus, Jacobus en Johannes met zich mee.
Hij voelde zich onrustig en angstig worden en zei tegen hen: ‘Ik voel me dodelijk bedroefd; blijf hier waken.’
Hij liep nog een stukje verder, liet zich toen op de grond vallen en bad dat dit uur zo mogelijk aan hem voorbij mocht gaan. Hij zei: ‘Abba, Vader, voor u is alles mogelijk, neem deze beker van mij weg. Maar laat niet gebeuren wat ik wil, maar wat u wilt.’
Hij liep terug en zag dat zijn leerlingen lagen te slapen. Hij zei tegen Petrus: ‘Simon, slaap je? Kon je niet één uur met mij waken?. Blijf wakker en bid dat jullie niet in beproeving komen.’

‘De kruisiging’
Jesaja 53: 5-8.

Om onze zonden werd hij doorboord, om onze wandaden gebroken.
Voor ons welzijn werd hij getuchtigd, zijn striemen brachten ons genezing.
Wij dwaalden rond als schapen, ieder zocht zijn eigen weg; maar de wandaden van ons allen liet de Heer op hem neerkomen.
Hij werd mishandeld, maar verzette zich niet en deed zijn mond niet open.
Als een schaap dat naar de slacht wordt geleid, als een ooi dat stil is bij haar scheerders deed hij zijn mond niet open.
Door een onrechtvaardig vonnis werd hij weggenomen.

‘Opstanding’
Matteüs 28: 1 – 6

Na de sabbath, toen de ochtend van de eerste dag van de week gloorde, kwam Maria uit Magdalena met de andere Maria naar het graf kijken.
Plotseling begon de aarde hevig te beven, want een engel van de Heer daalde af uit de hemel, liep naar het graf, rolde de steen weg en ging erop zitten.
Hij lichtte als een bliksem en zijn kleding was wit als sneeuw.
De bewakers beefden van angst en vielen als dood neer.
De engel richtte zich tot de vrouwen en zei: ‘Wees niet bang, ik weet dat jullie Jezus, de gekruisigde, zoeken. Hij is niet hier, hij is immers opgestaan, zoals hij gezegd heeft. Kijk maar, dat is de plaats waar hij gelegen heeft’.

‘Hemelvaart’
Handelingen 1: 8 – 11

Maar wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van mij getuigen in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde.

Toen hij dit gezegd had, werd hij voor hun ogen opgenomen in een wolk, zodat ze hem niet meer zagen.
Terwijl hij zo van hen wegging en zij nog steeds naar de hemel staarden, stonden er opeens twee mannen in witte gewaden bij hen. Ze zeiden: ‘Galileeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken? Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie hem naar de hemel hebben zien gaan’.

‘Pinksteren’
Handelingen 2: 1-4

Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar.

Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde.
Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten.
En allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.

‘De vier apocalyptische ruiters’
Openbaring 6: 1-8

En ik zag toe toen het lam het eerste van de zeven zegels opende en ik hoorde het eerste van de vier levende wezens roepen met een stem als van een donderslag: Kom!
En ik zag, en zie: een wit paard, en die daarop gezeten was, had een boog. En hem werd een kroon gegeven en hij trok uit als overwinnaar om te overwinnen.

En toen hij het tweede zegel opende, hoorde ik het tweede levende wezen roepen: Kom!
En een ander paard, vuurrood, trok uit. En aan hem die erop gezeten was, werd het gegeven de vrede van de aarde weg te nemen, zodat men elkaar zou afslachten, en hem werd een groot zwaard gegeven.

En toen hij het derde zegel opende, hoorde ik het derde levende wezen zeggen: Kom!
En ik zag, en zie: een zwart paard, en die daarop gezeten was had een weegschaal in zijn hand. En ik hoorde iets als een stem te midden van de vier levende wezens zeggen: een maat tarwe voor een dagloon en drie maten gerst voor een dagloon, en breng geen schade toe aan de olie en de wijn!

En toen hij het vierde zegel opende, hoorde ik de stem van het vierde levende wezen roepen: Kom!
En ik zag, en zie: een vaal paard, en die daarop gezeten was, diens naam was ‘de dood’, en het dodenrijk volgde hem; hun werd macht gegeven over het vierde deel van de aarde om te doden met het zwaard en met de honger en de pest en door de beesten van de aarde.

‘Het nieuwe Jeruzalem’
Uit  Openbaring 21 en 22

Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht.
Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen’. …..
Hij die op de troon zat zei:’Alles maak ik nieuw! ….Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde. Wie dorst heeft geef ik vrij te drinken uit de bron met water dat leven geeft. De stad heeft het licht van de zon en de maan niet nodig: over haar schijnt Gods luister, en het lam is haar licht. De poorten zullen overdag nooit gesloten worden, en nacht zal er niet meer zijn. De volken zullen in haar hun lof en eer komen betuigen’

Hij liet me een rivier zien met water dat leven geeft. De rivier was helder als kristal en ontsprong aan de troon van God en van het lam.
……. en aan weerskanten van de rivier stond een levensboom
……. de bladeren van de boom brachten de volken genezing.

Media